Geschreven door : Harald Deceulaer (Archivaris Rijksarchief Antwerpen)
This article was originally written in Dutch.
Alice Hugens was een maatschappelijk werkster, docente, therapeute en feministisch activiste, die een pioniersrol speelde in het sociaal werk en de vrouwenbeweging in Antwerpen in de jaren zeventig, tachtig en negentig. Ze was geen coördinator, directeur of bestuurder, en was nooit lid van een politieke partij; maar wel één van de vele vrouwen aan de basis, die door hun engagement in de nieuwe sociale bewegingen een steen in de rivier hebben verlegd.
Van Ossendrecht naar Borgerhout
Alice groeide op in een warm gezin in Ossendrecht.

Op haar 17 jaar, in 1962, verhuisde het gezin naar Antwerpen, de geboortestad van haar moeder. Ze vestigden zich in onder de schaduw van de Sint-Jan kerktoren in Borgerhout. De overgang naar het toen nog erg katholieke Borgerhout was voor haar niet vanzelfsprekend, en verklaart voor een deel de kritische houding waarmee ze naar de wereld is gaan kijken. Alice engageerde zich in de leiding van de jeugdbeweging. Haar losse en minder conventionele stijl maakte haar populair, maar had ook als gevolg dat ze al snel door de pastoor uit de Chiro werd gegooid. Een vriendin uit die tijd, Rite Sledsens, publiceerde enkele jaren een andere anekdote over Alice in een boek met jeugdherinneringen. Op een zomerdag in 1964 maakten Alice en Rite een uitstap naar het klooster van de Trappistinnen in Brecht, toen nog rijkelijk gedecoreerd in een stijl die de macht uitstraalde van de kerk van vóór het Tweede Vaticaanse Concilie. Rite vertelt dat Alice iets later in tranen uitbarstte, omdat er zoveel rijkdom in dat klooster was, maar ook zoveel armoede in de wereld.
Van verpleegster naar maatschappelijk werkster
Vanuit dat gevoel van sociaal engagement begon Alice aan een studie voor verpleegster, maar de toenmalige eerder ruwe omgangsvormen in de Antwerpse ziekenhuizen lagen haar minder, zoals de ‘humor’ op de mannenslaapzaal, waar jonge vrouwelijke stagiaires mee werden geconfronteerd. Ze stopte haar studie, en trouwde in 1966 met Hugo Deceulaer, een jonge leerkracht.

Na de geboorte van haar kinderen Harald (1967) en Marjolein (1970), dook haar sociaal engagement terug op. Ze begon aan een studie Maatschappelijk Werk aan het Hoger Instituut voor Maatschappelijk Werk aan de Amerikalei (vandaag Karel de Grote-Hogeschool). Het was de eerste keer in de geschiedenis van die sociale hogeschool dat een moeder met twee kinderen zich daar inschreef. De studiejaren aan de sociale school zouden haar leven en de wereld van het jonge gezin volledig openbreken. Een heleboel vriendschappen voor het leven werden toen gesmeed.
Van therapeut en feministisch activiste naar docent
Ze begon te werken in het Centrum voor Geestelijke Gezondheid Insofap (de voorloper van het huidige Andante). Samen met haar collega’s richtte ze mee de ‘Instuif’ op, een ontmoetingsplek voor mensen met een psychische kwetsbaarheid, die nog steeds bestaat. Ze volgde een reeks bijkomende opleidingen, waaronder een ‘Gestalt’ therapieopleiding, die toen vanuit Amerika werd geïntroduceerd. Alice heeft als therapeute heel wat mensen bijgestaan, o.a. ook vrouwen die het slachtoffer waren geweest van seksueel geweld.
In de vroege jaren zeventig richtte ze met andere jonge ouders de ‘Kindercommune’ op, een antiautoritaire, licht chaotische kindercrèche/kleuterschool, die door de ouders zelf werd gerund, met een beurtrol. Partner in crime hierin was o.a. Lydia Postelmans, de latere uitbaatster ven het beroemde café ‘De kat’.
Voor Alice, Hugo en hun vrienden was het persoonlijk ingebed in politieke en sociale verhoudingen, en ze engageerden zich in vele nieuwe sociale bewegingen. Ze gingen naar solidariteitsavonden met Chili, El Salvador en Zuid-Afrika, betoogden tegen de dertig miljard voor het leger van Van den Boeynants en later tegen de plaatsing van kernwapens in België. Waar haar man Hugo zich inzette voor de Vredesbeweging en internationale solidariteit, koos Alice voor de vrouwenbeweging en het feminisme.
In de late jaren zeventig en vroege jaren tachtig was ze mee betrokken bij de werking van het Vrouwenhuis en het Vluchthuis in Antwerpen, en actief in de FORT-groep (Feministische Oefengroepen Radikale Therapie). Die laatste groep vergaderde in het huis in de Bolwerkstraat waar Alice, Hugo en hun kinderen toen woonden in een ‘commune’, o.a. met Ludo Janssens (Wereldwinkel Antwerpen, het Andere Boek), Dina Swyngedouw (Jeugdinfo) en Jo Bedeleem (Insofap, later docent aan de Sociale Hogeschool). Het was een open huis, waar veel mensen discussieerden rond de open haard, waar muziek werd gespeeld, waar veel werd gelachen en waar heel wat trippel en wereldwinkelwijn werd gedronken. Er kwamen ook regelmatig geëngageerde jongeren over de vloer, zoals Patrick Janssens (later o.a. burgemeester) en Marc Swyngedouw (later professor Sociologie aan de KULeuven).
Na het pionierswerk in de jaren zeventig werd ze in 1980 docent aan het Hoger Instituut voor Maatschappelijk Werk, waar ze tien jaar daarvoor haar eerste stappen had gezet als jonge moeder-studente. Ze gaf o.a. beroepspraktijk en supervisie tot 2005, waarbij ze verschillende generaties studenten inspireerde, en o.a. ook studiereizen begeleidde naar Berlijn, waar vele vernieuwende methodieken en organisaties werden voorgesteld. Daarnaast begeleidde ze ook de vrijwilligersgroep van de vzw Tele-Dienst in Antwerpen (niet te verwarren met Teleonthaal).

Er volgden vele gelukkige jaren. Ze zag haar kinderen opgroeien, en reisde met Hugo onder andere naar Turkije, Cuba, Syrië, Togo en Benin. Alice kreeg een grote interesse in kunst, begon zelf te schilderen en vond ook rust in de natuur. Haar politieke en het sociale engagement verdween niet, maar ging meer naar de achtergrond toen ze met veel enthousiasme grootmoeder werd.
Alice was een warme, redelijk eigenzinnige en kritische vrouw, die haar eigen weg en ideeën volgde, die ze niet bepaald onder stoelen of banken stak. Tegelijk had ze een open geest en kon ze haar visie bijstellen. Ondanks gezondheidsproblemen beschikte ze over een verbazingwekkende veerkracht en een vrijwel onverwoestbare positieve ingesteldheid. Op 12 augustus 2025 stopte ze zachtjes met ademen, na een rijkgevuld leven van bijna tachtig jaar.

In onze collectie kan je het archief van het Vrouwenhuis Antwerpen vinden. Andere sporen van dit Antwerpse Vrouwenhuis zijn ook te vinden in het archief van Greta-Geens Puchert en in onze affiche- en fotocollectie. Over de FORT-groep zijn enkele publicaties te raadplegen : Fort : feministische oefengroep in de radicale therapie en Zit je goed ? : feminisme als therapie.
